Wet Bibob

Heeft u onlangs een ’voornemen tot afwijzing’ op uw aanvraag voor een (bouw) vergunning ontvangen? Wilt u zich daar tegen verzetten? Wij kunnen u van dienst zijn. Bel direct en vrijblijvend met één van onze advocaten of stuur een e-mail.

Benieuwd naar de toepassing van de Wet Bibob? Lees dan verder.

Wet Bibob?

De Wet Bibob staat voor Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur. Deze wet is op 1 juni 2003 in werking getreden. De doelstelling van deze wet is om criminaliteit – het handelen in witwassen of het plegen van andere strafbare feiten – tegen te gaan.

Op basis van de Wet Bibob kunnen bestuursorganen beslissen om een aanvraag voor een vergunning te weigeren of in te trekken indien er ernstig gevaar bestaat, dat de vergunning zal worden gebruikt voor het plegen van criminele activiteiten.

Kernbepaling Wet Bibob

De kernbepaling van de Wet Bibob is artikel 3. In dit artikel staat beschreven hoe de mate van het gevaar moet worden vastgesteld. Deze wordt vastgesteld op basis van:
– feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten;
– ingeval van vermoeden: de ernst daarvan;
– de aard van de relatie en;
– omvang van het voordeel/ aantal en ernst van de strafbare feiten.

De zinsnede ’die erop wijzen’ doelt op rechterlijke veroordelingen en het ’redelijkerwijs doen vermoeden’ op transacties en opsporings- en vervolgingsacties.

’Het redelijkerwijs doen vermoeden’

Ten aanzien van de zinsnede het ’redelijkerwijs doen vermoeden,’ dient er sprake te zijn van concrete aanwijzingen voor betrokkenheid bij strafbare feiten. Die betrokkenheid kan blijken uit justitiële en politiële gegevens (kamerstukken II 1999/2000, 26 883, nr. 3, p.62 Mvt). Een strafrechtelijke veroordeling is niet vereist. Het kan gaan om strafbare feiten waarvan niet in rechte is vastgesteld dat zij zijn gepleegd. Wel dient het aannemelijk te zijn dat de strafbare feiten zijn gepleegd (ECLI:NL:RVS:2009:BJ1892 sluiting Yab Yum en ECLI:NL:RVS:2011:BR2279 sluiting Achterdam). Het vermoeden dat strafbare feiten zijn gepleegd, kan aannemelijk gemaakt worden door bijvoorbeeld diverse processen-verbaal/afgeluisterde telefoongesprekken (ECLI:NL:RVS:2017:2676). Het enkel verwijzen naar een e-mailbericht van de politie waarin staat dat betrokkene verdacht wordt van betrokkenheid bij teelt, verwerking of handel in drugs is onvoldoende om de betrokkenheid bij strafbare feiten aannemelijk te achten (ECLI:NL:RBMNE:2017:1323).

Reikwijdte Wet Bibob

De Wet Bibob is van toepassing op:

• Vergunningen
– bouw, milieu, horeca, coffeeshops en headshop, prostitutie, transport, speelautomaten, import van vuurwerk.

• Subsidies

• Aanbestedingen
– bouw, milieu, ICT

• Vastgoedtransacties

Eigen onderzoek bestuursorgaan

Op grond van artikel 3:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben bestuursorganen een onderzoeksplicht. Dit houdt in, dat het bestuursorgaan zelf een onderzoek doet naar de aanvraag voor een vergunning. Als uit het onderzoek een vermoeden ontstaat dat de vergunning zal worden gebruikt voor criminele activiteiten, dan kan het bestuursorgaan zich wenden tot het Landelijk Bibob Bureau (LBB).

Het Landelijk Bibob Bureau (LBB)

Het Landelijk Bibob Bureau heeft tot taak advies uit te brengen over de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of over de ernst van de feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel, 3 zesde lid, Wet Bibob.

Het Bibob-bureau kan één van de volgende adviezen geven:

1) er is geen sprake van gevaar en daarom geen reden om aan te nemen dat de beschikking zal worden gebruikt voor criminele activiteiten;
2) er bestaat een mindere mate van gevaar. Het bestuursorgaan kan aan de beschikking voorschriften verbinden (artikel 3, lid 7 Wet Bibob);
3) er is sprake van ernstig gevaar.

Als uit het advies dus naar voren komt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar dan wordt de aanvraag voor een vergunning meestal geweigerd of de verleende vergunning wordt ingetrokken. Dit blijkt uit de jurisprudentie. Het is niet mogelijk om tegen het LBB-advies te verweren, omdat het geen beschikking betreft.

Waar haalt het LBB informatie vandaan?

Het LBB kan informatie halen uit zogenoemde open bronnen en gesloten bronnen (Kamerstukken II 1999/2000, 26 883, nr.3. p.25 MvT/artikel 12, lid 2 Wet Bibob). Open bronnen zijn openbare registers waar een ieder toegang tot heeft, bijvoorbeeld het Centraal Insolventieregister, Kamer van Koophandel en het Kadaster. Gesloten bronnen zijn niet voor een ieder toegankelijk. In de Wet Bibob (artikel 27) staan de gesloten bronnen opgesomd. Zo kan het LBB het Openbaar Ministerie vragen om informatie te verstrekken. Het kan gaan om informatie over bijvoorbeeld iemands strafverleden, maar ook of er op dit moment sprake is van een strafrechtelijk onderzoek. Ook kan het LBB instanties als de Belastingdienst FIOD-ECD, de Justitiële informatiedienst, het Meldpunt ongebruikelijke transacties, Immigratie- en naturalisatiedienst, Inspectie SZW, de VROM inlichtingen en opsporingsdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank benaderen om gegevens te verstrekken.

De vergewisplicht

In artikel 3:9 Awb is de vergewisplicht van bestuursorganen opgenomen. Deze plicht ziet op de zorgvuldige besluitvorming. Hierover heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak gewezen op het volgende:

Een bestuursorgaan mag, gelet op de expertise van het Bureau Bibob, in beginsel van het advies van het Bureau uitgaan. Dit laat onverlet dat een bestuursorgaan zich ervan moet vergewissen dat het advies en het daartoe ingestelde onderzoek naar de feiten op zorgvuldige wijze tot stand gekomen zijn en dat de feiten de conclusies kunnen dragen. Dat is bijvoorbeeld niet het geval indien de feiten voor de conclusies te weinig of te weinig directe aanwijzingen bieden of omdat ze in verschillende richtingen wijzen, onderling tegenstrijdig zijn of niet stroken met hetgeen overigens bekend is (ECLI:NL:RVS:2016:410).

Het bestuursorgaan mag dus niet zomaar afgaan op wat in het (LBB) advies staat vermeld. Zo kan het bestuursorgaan aan Bureau Bibob om aanvulling vragen omtrent het advies naar aanleiding van de zienswijze en de bezwaren die door aanvrager of diens gemachtigde naar voren zijn gebracht (ECLI:NL:RBOBR:2016:3187).

Hoe kunt u als betrokkene zich verweren?

• zienswijze indienen

Voordat het bestuursorgaan besluit om een negatieve beschikking te nemen, wordt u als betrokkene eerst in de gelegenheid gesteld om uw standpunt in een gesprek naar voren te brengen. Dit recht is geregeld in artikel 33, lid 1, Wet Bibob. Het is handig om in dit stadium contact op te nemen met een advocaat, omdat in deze fase veel (informeel) kan worden bereikt door middel van bijvoorbeeld een gesprek met het bestuursorgaan. Deze fase is informeel van aard, omdat er nog geen beslissing ligt. U kunt in deze fase makkelijk stellen dat de gegevens in het advies en besluit onjuist zijn, omdat zij gebaseerd zijn op vermoedens. Het bestuursorgaan kan op basis van hetgeen tijdens het gesprek is toegelicht nader informatie opvragen bij het LBB. Het is van belang om goed voorbereid naar het gesprek toe te gaan.

• bezwaar indienen

Heeft het bestuursorgaan besloten om u een negatieve beschikking te geven, dan kunt u bezwaar indienen. Vanaf deze fase krijgt de procedure een formeel karakter. Dit heeft te maken met termijnen die in de gaten moeten worden gehouden. Een niet tijdig ingediend bezwaar betekent namelijk dat u niet-ontvankelijk bent. In het bezwaar dient u gemotiveerd aan te geven waarom u het niet eens bent met de beschikking. Zo moet u dus met bewijsstukken en goede argumenten aangeven waarom u toch van mening bent dat u (bijvoorbeeld) de (bouw) vergunning dient te krijgen.

• beroep instellen

Heeft het bestuursorgaan uw bezwaar ongegrond verklaard, dan rest u de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Raad van State. In deze fase is het aan de rechter om te oordelen of het bestuursorgaan terecht uw aanvraag voor een (bouw)vergunning heeft geweigerd oftewel heeft ingetrokken.

Vragen over de Wet Bibob?

Heeft u vragen over bovenstaande? Neem dan telefonisch contact op met Sennef de Koning van Eenennaam Advocaten of stuur een e-mail.